Verloop van de ziekte van Parkinson

De ziekte van Parkinson is een progressieve ziekte. Stukje bij beetje verdwijnen er steeds meer cellen in je hersenen die dopamine aanmaken. Dit betekent dat ook je klachten in de loop van de tijd toenemen. Ook kunnen verschillende symptomen op verschillende momenten op de voorgrond treden. Het verloop van parkinson is bij iedereen anders. Hoe snel de klachten ontstaan en welke symptomen er optreden, verschilt per persoon. Het ziekteverloop is daarom ook moeilijk te voorspellen, maar over het algemeen duurt het proces vele (tientallen) jaren. We bespreken de verschillende fases van parkinson hieronder.

  • Ongecompliceerde fase

    In het begin van de ziekte zijn de klachten goed te behandelen. Met gebruik van medicatie is het mogelijk een zo normaal mogelijk leven te leiden en de dingen te blijven doen die je altijd heb gedaan. Het is belangrijk om in deze fase, die vele jaren kan duren, actief en fit te blijven. Een goede conditie zorgt ervoor dat je nog steeds veel dingen kunt blijven doen. Soms moet je meer rekening houden met beperkingen en hebt je hulp nodig. In deze fase van de ziekte geven mensen aan dat zij traagheid, beven en stijfheid de vervelendste problemen vinden.

    Lees meer
  • Gecompliceerde fase

    In de loop van de tijd nemen de klachten toe. Je krijgt meer last van de motorische symptomen. Het wordt bijvoorbeeld lastiger om te lopen, te staan of om te draaien in bed. De tremor kan maken dat je moeilijker dingen kan doen. Ook kan het zo zijn dat je vaker valt omdat jouw evenwicht verslechtert. Vaak treden de niet-motorische symptomen zoals slaapproblemen en last van de darmen en blaas meer op de voorgrond. Je merkt dat je minder energie hebt, en soms wat moeilijker nadenkt of praat. Je kan nog steeds veel dingen doen, maar moet meer rekening houden met jouw beperkingen, en je hebt meer hulp nodig.

    Lees meer
  • Schommelingen

    Als je parkinson-medicatie inneemt in de vorm van pillen of capsules, is de hoeveelheid van het medicijn in je bloed gedurende de dag niet constant. Dit heeft te maken met de snelheid waarmee het medicijn door je lichaam wordt opgenomen, en de manier waarop je lichaam het medicijn weer afbreekt. Naarmate de ziekte vordert, kan je lichaam deze wisselingen in het bloed niet meer goed opvangen. De zenuwuiteinden kunnen langzaam steeds minder bufferen (het te veel aan dopamine opnemen en voor later bewaren). Daardoor merk je dat, vlak voordat het weer tijd is voor je medicatie en de hoeveelheid medicijn in het bloed laag is, je last krijgt van toenemende stijfheid en andere klachten. Dit heet ‘wearing off’.

    Lees meer
  • On/off episodes en dyskinesie

    Als de ziekte al wat verder is gevorderd, lukt het de hersenen niet meer zo goed om wisselingen in de hoeveelheid dopamine op te vangen. Als de hoeveelheid dopamine in de hersenen te laag wordt, bijvoorbeeld op het moment dat het tablet is uitgewerkt, kan je weer parkinsonklachten krijgen. Dit heet een off-episode. Tijdens zo’n periode merk je dat je opeens veel langzamer kunt bewegen of stijf wordt. Naast deze vertraging van de bewegingen, kunnen er tijdens zo’n off-moment ook niet-motorische symptomen optreden. Deze kunnen erg vervelend zijn. Klachten die je kunt hebben op zo’n moment zijn onder andere: pijn, problemen met het ophouden van urine, dystonie (langdurige kramp in een lichaamsdeel), kortademigheid en angst.

    Lees meer

Informatie op maat

Binnen 3 stappen informatie op basis van jouw keuzes.
Vraag 1/3

Voorbeeld vraag 1

Selecteer jouw antwoord